We zijn er ongelooflijk goed in: mensen in een hokje plaatsen. Ook in de kerk. Je bent links of je bent rechts. Orthodox of modern. Rechtzinnig of vrijzinnig. Alleen al binnen de PKN duizelt je het van de vele stromingen. En ik hoor dus in een bepaalde hoek thuis?

Maar als ik dan niet in een hokje pas? Op sommige punten ben ik modern. In ander opzicht orthodox. Soms links, soms rechts. Opgegroeid in een kerk waar iedereen geacht werd hetzelfde te denken en zich aan dezelfde regels te houden, ervaar ik de ruimte in de PKN als weldadig. Confessioneel, evangelisch, midden-orthodox, liturgisch? Gereformeerde Bond of ‘Op goed gerucht’? Ik wil me in geen enkel hokje laten opsluiten.

Ook het hokje ‘Protestant’ vind ik veel te eng. Ik ben ‘gewoon’ christen en voel me in zekere zin verbonden met mensen uit de hele christelijke kerk. Al denken en doen ze gans anders dan ik. En ook al zullen ze mijn kritische opstelling ten opzichte van bepaalde denkbeelden niet altijd als ‘broederliefde’ ervaren. En ik die van hen niet.

In het verleden heb ik ooit meegemaakt dat iemand mij uitlegde wat ik bedoelde. “Hoe zo?”  Zijn reactie: “Ik weet hoe jij denkt, dus als je dat zegt zal je dat wel bedoelen…”  Over hokjesdenken gesproken…  Het was trouwens ook wel weer een leermoment voor mij. Ook ik moet een ander niet in een hokje willen plaatsen. Ik ben er o zo snel toe geneigd. Die is zo… en zal wel… En die…

Hokjesdenken in de kerk is zo oud als het christendom. Al in de tijd van de eerste christengemeenten zei de een dat hij van Paulus was. Een ander was aanhanger van Apollos. Een derde van Kefas (Petrus) en een vierde van Christus, zo lees ik in de eerste brief aan de Korintiërs.  Paulus maakt er korte metten mee.

Vanwaar toch de behoefte om onszelf of anderen in een hokje te plaatsen? Uit onzekerheid? Denken we dat het ons meer inzicht geeft met wat voor gelovige we van doen hebben? Hokjesdenken creëert alleen maar schijnzekerheid en geeft schijninzicht. Geen mens die zichzelf wil blijven past voor 100% in welk hokje dan ook.

Ik las pas een interview met een voorganger aan wie werd gevraagd vanuit welk theologisch concept hij preekt. Want ze hoorden in zijn preken een luthers, puriteins, calvinistisch, evangelisch enz. geluid… Zijn antwoord: “Eh, dat weet ik niet. Ik heb geen concept, ik wil gewoon de Bijbel preken…”

Zeker in de kerk moet je jezelf kunnen zijn zonder dat je meteen in een hokje of een bepaalde hoek wordt geplaatst. “Waar de Geest van de Heer is, daar is – toch – vrijheid”? Best moeilijk om elkaar onbevangen tegemoet te treden. Wellicht lukt dat alleen echt als we hetzelfde kunnen zeggen als die vierde in Korinthe. Want daar gaat het uiteindelijk toch om: dat we van Christus zijn.

Piet Jansen